Frits Bolkestein geldt als een van de meest prominente en succesvolle Nederlandse liberale politici. Als geen ander belichaamt hij het klassieke liberalisme, waarin het recht op zelfbeschikking centraal staat. Na een internationaal georiënteerde carrière bij Shell was Bolkestein achtereenvolgens Tweede Kamerlid, fractievoorzitter van de VVD, staatssecretaris van Economische zaken, minister van Defensie en EU-commissaris.
Frits Bolkestein
Met de toekenning van de Cannabis Culture Award 2013 wil het Hash, Marihuana & Hemp Museum Frits Bolkestein bedanken voor zijn moedige bijdragen aan het debat over drugsbeleid in het algemeen en cannabis in het bijzonder.
Event
Bolkestein werd op 4 april 1933 geboren in Amsterdam als zoon van een advocaat en een Indische moeder. Na het Barlaeus Gymnasium studeerde hij wiskunde, filosofie, Grieks, economie en rechten aan de universiteiten van Oregon, Amsterdam, Londen en Leiden. In dienst van Shell (1960-1976) woonde en werkte hij in Oost Afrika, Centraal Amerika, Indonesië, Londen en Parijs. In 1978 kwam hij in de Tweede Kamer voor de VVD. In zijn jaren als fractievoorzitter (1990-1998) van de VVD groeide hij uit tot aanjager van het debat over de multiculturele samenleving.
Bolkestein hoort tot de steeds zeldzamer wordende categorie van intellectuelen in de politiek, voor wie onafhankelijk denken boven partijbelangen en de waan van de dag gaat. In zijn eigen woorden: “Wie alleen staat, heeft niet noodzakelijk ongelijk.” Zijn eigenzinnige aanpak werd beloond: de VVD-fractie groeide onder leiding van Bolkestein van 22 naar 38 zetels in de Tweede Kamer. Als Europees Commissaris voor de Interne Markt, de Douane Unie en Belastingen (1999-2004) speelde hij een sleutelrol bij de totstandkoming van één Europese open markt.
Voor veel VVD politici én kiezers blijft Bolkestein een inspiratiebron en boegbeeld van het ware liberalisme. Op zijn palmares prijken eredoctoraten, koninklijke onderscheidingen, achttien boeken, de Thorbeckeprijs voor politieke welsprekendheid (1994) en de Prijs voor de Vrijheid (2010). Bolkestein heeft de controverse nooit geschuwd, een houding die hij zelf eens samenvatte met de simpele constatering “zonder rel geen debat”.
In 2007 ondertekent Bolkestein een ‘Open brief inzake drugsbeleid aan regering en parlement’. De auteurs constateren dat het wereldwijde drugsverbod van de Verenigde Naties niet alleen een mislukking is gebleken vanuit het oogpunt van de verkrijgbaarheid, “het is bovendien in sinistere mate criminogeen.” Zij vragen regering en parlement “zich krachtig in te zetten voor een internationale discussie over de uitgangspunten van het VN-drugsbeleid. Tegelijkertijd dient ook nationaal het drugsverbod fundamenteel aan de orde te worden gesteld.” Daarbij bepleiten ze “het reguleren van de kweek van hennep ter verkoop in de coffeeshops. Het zal die hele sector uit de schaduw van de criminaliteit trekken.”
Deze open brief trekt weinig aandacht, maar dat geldt zeker niet voor een soortgelijk pleidooi dat in mei 2010 in NRC/Handelsblad verschijnt onder de kop ‘Red het land, sta drugs toe’. Behalve Bolkestein ondertekenen o.a. de voormalige ministers Els Borst, Margreet de Boer en Hedy D’Ancona en hoogleraar strafrecht Theo de Roos deze historische oproep.
“Iedereen die zich zorgen maakt over veiligheid zou zich moeten afvragen of er geen alternatief is voor het drugsverbod. Het verbazingwekkende is echter dat juist crimefighters verbeten vasthouden aan het verbod. Beseffen zij niet dat ze zich tot steunpilaren van de drugsmaffia maken?
Kan het beter? Zeker, en dat is bewezen. Het dertigjarige experiment met de verkoop van cannabis via coffeeshops is uniek. Regulering van deze drug heeft niet geleid tot meer gebruik, noch van cannabis noch van andere drugs. Gebruik en verslaving van soft- en harddrugs liggen in Nederland op of onder het Europese gemiddelde. Heel wat lager dan in meer repressieve landen als Frankrijk, Engeland en de VS. Ook hebben de coffeeshops bereikt dat honderdduizenden cannabisconsumenten geen strafblad hebben gekregen, geen intrekking van hun rijbewijs of erger, zoals elders.
Het verbod blijkt dus niet nódig. We kunnen deze uitzonderlijke maatregel om burgers tegen zichzelf te beschermen afschaffen. Regulering wérkt.”
Dat zijn stellingname lijnrecht ingaat tegen de huidige koers van de VVD, is voor Bolkestein geen beletsel om zich uit te blijven spreken. “Ik denk dat mijn partij groot en sterk genoeg is om mijn kritiek voor kennisgeving aan te nemen”, zei hij in een interview met het Algemeen Nijmeegs Studentenblad (oktober 2011). “Ik ben bijvoorbeeld voor het gereguleerd vrijgeven van cannabis, maar daar hoef je op dit moment niet mee aan te komen bij mijn partij.”